Het is vandaag precies 92 jaar geleden dat Bep van Klaveren een legende werd. Op 11 augustus 1928 won de Rotterdammer in Amsterdam de Olympische titel in het verdergewicht. De geboren Crooswijker is daarmee tot op de dag van daag nog steeds de enige Nederlandse bokser die Olympisch goud achter zijn naam heeft staan.
Orhan Delibas en Nouchka Fontijn kwamen in 1992 en 2016 tot zilver, waardoor Bep van Klaveren al 92 jaar een unieke bokser is in de vaderlandse sportgeschiedenis. Het is aan zijn grootste fan Aad Veerman te danken dat de Dutch Windmill nooit wordt vergeten. Hij financierde het standbeeld dat op de grens van de wijken Kralingen en Crooswijk in Rotterdam staat. Hij betaalde de eerste tien Bep van Klaveren Memorials en bekostigde het boek ‘Holland Greatest’ over zijn idool.
Bep van Klaveren werd drie jaar na de Olympische titel in Amsterdam Europees kampioen lichtgewicht en in 1938 Europees kampioen in het middengewicht. Dit allemaal in een tijd dat er een internationale boksbond was en slechts zeven gewichtsklassen. In Amerika was de Crooswijker kandidaat voor de wereldtitel, maar de Amerikanen waren bang dat Van Klaveren de gordel na een zege mee terug naar Europa zou nemen om te verdedigen
Daardoor ontbreekt de wereldtitel als enige prijs op de palmares van de Rotterdamse bokser die op 48-jarige leeftijd voor de laatste maal in de ring stond. Van Klaveren bokste 102 partijen, waarvan hij er 77 won en zeven in onbeslist eindigden. 21 november wordt Bep van klaveren met de jaarlijkse Bep van klaveren Memorial herdacht.
Arnold Vanderlijde, drievoudig winnaar van Olympisch brons, praat vanmiddag na 16.00 uur bij Radio Veronica over de unieke prestatie van Bep van Klaveren.
Deel dit bericht